2408 (split per page)

- Annotations   ·   No Other Contributors   ·   CC0 1.0

Aan Jan Ruijmveld winckellier over gele¬ verde winckelwaren drijenvijftigh ƒ 53„ - „ - 14 gul. viertien penningen Aan Jan Sijbingh over winckelwaren acht ƒ 28 - 7 - 10 entwintich gul. seven stuij. tien penn. Aan Ysaak Ruts over winckelwaren elff ƒ 11 - 11 - 8 guld. elff stuij. acht penningen Aan Reijnnier Volckertsz over galonnen en 5 - 16 - ƒ andere stoffen vijff gul. sestien stver Isaak Jacobsz Rooleeuw over winckel Aan 2 - 11 - 12 waren twee gul. elf stver. twaalf penn. Aan Lambert Gerritssoons Cocx weduwe 11 - 4 - 15 over winckelwaren elff gul. vier stver. ƒ vijftien penn. Aan Hendrik Boom huijckemaker drij gul. ƒ 3 - 18 achtien stuij. Aan Harman Egbertsz over winckelwaren 7 - 18 - 6 ƒ Seven gul. achtien stuij. ses penn. Aan Tieleman Tielen over 1 1/16 el roo ƒ 5 - 9 - 7 laken vijff gul. negen st. seven penn. Gerrit van Goesbergen boeck verkoper Aan 3 - 12 ƒ t. drij gul. twaalf s Aaltjen Everts stopster seven gulden 13 „ 8 Aan dertien st. acht penn. 9 Aan Pieter Pietersz houtkoper negen st. Aan de Brouwer inde Hoijbergh over 6 - 11 ƒ bier ses gul. elff stuij. Jan Hendricxsz tot Zwol een gul. Aan 1 - 12 - t. twaalff s 9 - 3 Jan Gerritsz per reste negen gul. drij st. Aan Lubbert Jansz schoemaker per reste ƒ 9 - 4 Aan negen gul. vier stver twee Aan de onmondige kinderen ende Erffgen. 30 ƒ wijlen Albert Jansz dertigh gul. Aan Marten Pietersz Schipman glasemaker ƒ 1 - 13 een gul. dertien stuij. Aan Verjannen schoolmeester over leer geld van des overledens kind op den 4 - 7 ƒ Om vier gul. seven stuij. Aan Jochim Jansz scheepmaker over reste van huijshuur en geleverde wijnen tot de begraaffenisse achtentachtich ƒ 90 - 12 - gulden seventien stvr. acht penn. Aan Jan vander Meulen over verschoten penn. tot de dootschuld als anders verstreckt per reste een hondert en tweentachtich gul. ƒ 182 - 9 negen stuij. Aan Andries Lucqien over winckelwaren sestien gul. 16 - 12 - 4 twaalff stuij. vier penningen 63 Aldus geinventariseert ende gespecificeert inden Sterffhuijse van de voorn. Sander Jansz gestaan inde Ranskoij binnen deser stede Amstelredamme. Bij mij Jacob de Winter Openbaar Notaris binnen derselver Stede residerende. Desen sevenden Junij ao. xvic drijenvijftigh. Ter presentie van de E. Jan van der Meulen ende Johannes Vis als getuijgen hier over gestaan Johannes Vis Testor J. de Winter vier bedden, Tien hooftkussens vier peuluwen, vijffendertich linne laeckens, vijftien hembden, Tien witte schorteldoecken, vierentwintich sloopen soo goet als quaet, negen Servietten, Achtien huijven, vijftien neusdoecken, Acht witte borstrocken,