Aan Jan Ruijmveld winckellier over gele¬
verde winckelwaren drijenvijftigh
ƒ 53„ - „ - 14
gul. viertien penningen
Aan Jan Sijbingh over winckelwaren acht
ƒ 28 - 7 - 10
entwintich gul. seven stuij. tien penn.
Aan Ysaak Ruts over winckelwaren elff
ƒ 11 - 11 - 8
guld. elff stuij. acht penningen
Aan Reijnnier Volckertsz over galonnen en
5 - 16 -
ƒ
andere stoffen vijff gul. sestien stver
Isaak Jacobsz Rooleeuw over winckel
Aan
2 - 11 - 12
waren twee gul. elf stver. twaalf penn.
Aan Lambert Gerritssoons Cocx weduwe
11 - 4 - 15
over winckelwaren elff gul. vier stver.
ƒ
vijftien penn.
Aan Hendrik Boom huijckemaker drij gul.
ƒ 3 - 18
achtien stuij.
Aan Harman Egbertsz over winckelwaren
7 - 18 - 6
ƒ
Seven gul. achtien stuij. ses penn.
Aan Tieleman Tielen over 1 1/16 el roo
ƒ 5 - 9 - 7
laken vijff gul. negen st. seven penn.
Gerrit van Goesbergen boeck verkoper
Aan
3 - 12
ƒ
t.
drij gul. twaalf s
Aaltjen Everts stopster seven gulden
13 „ 8
Aan
dertien st. acht penn.
9
Aan Pieter Pietersz houtkoper negen st.
Aan de Brouwer inde Hoijbergh over
6 - 11
ƒ
bier ses gul. elff stuij.
Jan Hendricxsz tot Zwol een gul.
Aan
1 - 12 -
t.
twaalff s
9 - 3
Jan Gerritsz per reste negen gul. drij st.
Aan
Lubbert Jansz schoemaker per reste
ƒ 9 - 4
Aan
negen gul. vier stver
twee
Aan de onmondige kinderen ende Erffgen.
30
ƒ
wijlen Albert Jansz dertigh gul.
Aan Marten Pietersz Schipman glasemaker
ƒ 1 - 13
een gul. dertien stuij.
Aan Verjannen schoolmeester over leer
geld van des overledens kind op den
4 - 7
ƒ
Om vier gul. seven stuij.
Aan Jochim Jansz scheepmaker over reste
van huijshuur en geleverde wijnen
tot de begraaffenisse achtentachtich
ƒ 90 - 12 -
gulden seventien stvr. acht penn.
Aan Jan vander Meulen over verschoten penn.
tot de dootschuld als anders verstreckt
per reste een hondert en tweentachtich gul. ƒ 182 - 9
negen stuij.
Aan Andries Lucqien over winckelwaren sestien gul.
16 - 12 - 4
twaalff stuij. vier penningen
63
Aldus geinventariseert ende gespecificeert inden Sterffhuijse
van de voorn. Sander Jansz gestaan inde Ranskoij binnen
deser stede Amstelredamme. Bij mij Jacob de Winter
Openbaar Notaris binnen derselver Stede residerende. Desen
sevenden Junij ao. xvic drijenvijftigh. Ter presentie van
de E. Jan van der Meulen ende Johannes Vis als getuijgen
hier over gestaan
Johannes Vis
Testor
J. de Winter
vier bedden,
Tien hooftkussens
vier peuluwen,
vijffendertich linne laeckens,
vijftien hembden,
Tien witte schorteldoecken,
vierentwintich sloopen soo goet als quaet,
negen Servietten,
Achtien huijven,
vijftien neusdoecken,
Acht witte borstrocken,