110
111
oude
Een roobancken ende een tafel
ƒ 1„10„-
een gul. 10 stver.
boeckende koex
Een kopere ^ pan met een aker
ende eenigh slecht aardewerck,
een gul. tien stver.
„ 1„10
linne opde wasch,
vier slaaplakens soo
goet als quaet, seven gul. „ 7-
een mans ende twee vrouwen
„ 6-
hembden ses gul.
noch een hembt met een
onderbroeck, twee gul. „ 2-
Vier slopen, drie gul. „ 3
vier sarvietten soo g out
„-15
vijftien stver.
Een nacht hals doeck out vijf
„-5
stver.
negen neus doecken een gul. „ 1-
Vier fleppen met een boom
„-10
muts tien stver.
Een roo rassche borstrock
met een borstlap twee gu. ƒ
noch vier slopen out twee gu. ƒ 2
noch een hembt met een
hembtrock twee gul. „ 2
vier boom mutsen een gul. „ 1
twee halsjens
Een doosje met eenigh luijermans goet
„ 5„-
vijff gul.
ƒ 829„3„
lysabet martens
tmerck gestelt bij
Weijntje willems
Drie
Twee oude linnelakens een
ƒ 1„10-
gul. tien stver.
Eenige oude vrouwekleeren ses gul. „ 6„-
Een haartijser vier gul.
„ 4„
Een k Eenige oudemansklederen
„ 6„
ses gul.
Een oude schort met een out Jack
ende een out kussen twee gul. „2„-
Een oude slaapbanck, een mout
een tafeltje, ende eenige romme
4
lingh vier gul.
int benedenhuijs
Een kopere ketel, een kopere pan,
„ 6-
ende een kopere pott, ses gul.
Een kopere comfoir met twee
schuijmspannen een gul. 5 stver. „ 1„5-
Een kopere potje met twee
kopere schalen vier gul. „ 4„
Een tinne water pot, een tinne
beker, een mu heele met
drie halve mutsjens ende
enige ditto lepels drie gul. ƒ 3„-
pints
sestien tinne ^ bier kannen ende
een ditto half pints kannen dertien ƒ 13„-
drie tinne schotels met een kanne
„ 7„-
bort seven gul.
Twee kopere blakers, met een
kopere dexeltje ende een ditto
„ 1„10-
kandeler, een gul. tien stver.
Twee aarde kannen met een
marck emmer ende eenig
„ 1„10-
flessen, een gul. tien stver.
Een schilderijtje met twee printe
bortjens, een koper confoor ende
eenigh slecht aardewerck
„ 1„10„-
een gul. 10 stver.