48.
# beijde bij den
Inventarien gelogeert
die verklaren den
overledene wel gekent
te hebben
49.
Compareerden &c. d'E. Dr„ Jacobus Werckhorst als getrouwt
hebbende Cornelia Stock, ende Hendrik de Koster als getrouwt
hebbende Anna Stock te samen voor haar selven ende kaverende
voorde vordere Erffgenamen van Hendrik Stock, Item Cornelis
van Heemskerck als vader ende voocht van Sijn onmondigh
kind geprocreeert bij zale. Johanna Bodens ende Esaias minnewit
als getrouwt hebbende Eva Bodens, beijde indie Qualite eenige
Erffgenamen van zale. Aafje Dircx, Item Dr„ Johannes
Kommersteijn als procuratie hebbende van Sijn moeder Aafje
Ghijsberts weduwe van Jan Jansz kommersteijn, Sijnde
d'selve procuratie gepasseert voor den nots. Jan Hendrixsz
Leeuven gepasseer in date den 19 April ao 1659, mij notario
gebleken, ende IJmbert van Veen als man ende voocht van
Grietje Cornelis, alle indie qualite fideicommissaire
Erffgenamen van zale. Grietje wessels in haar leven
huijsvrouwe van Wessel Becker. Ende bekende sij
Comparanten indie Qualite tot haar genoegen ontfangen te
hebben uijt Handen vande geinstitueerde Erffgenamen van
weduwe
zale. Juff. Anna de vrij ^in haar ieven huijsvrouwe van zale.
Dirck Pietersz in Sijn leven predikant tot Sloterdijck
de het onder gedeclareerde porceleijn en andere meubele
en middele
goederen ^ bij de voorsz. Anna de vrij ende haar zale. broeder
Wessel de vrij in lijftocht beseten, Conformn de testamente
vande voorsz. Grietje wessels in dato ^den 12 augusti ao 1641
voor den nots. Jan volckertsz Olij gepasseert, ende Sijn deselve
ingevolge van
meubele goederen conform den Inventaris van de nagelaten
middelen van de voorsz. grietje wessels ende wessel Becker opden
gemaakt
21 decemb. ao 1647 voor den nots. gerrit Coorn verleden
soo volcht / als namentlijk
Poreceleijn
drie grote porceleijne vlessen,
Twee seskante porceleijne vlessen x
Vier dubbelde porceleijne boterschotels,
Twaalf porceleijne boter schoteltjens,
Vijf porceleijne fruijtschaaltjens,
Een gescheurt porceleijn klapmutsje
Ses porceleijne klapmutsen,
Vijf porceleijne mosschaaltjens met een Sausiertje,
Vier porceleijne papegaijskopjens met een schaaltje
twaelf porceleijne kopjens,
Twee albasterde beeltjens
Twee glasen ende eenige lackwercxe kopjens,
Een dubbelde gebroken porceleijne boterschotel
# Jan molengraaff
mede nots. alhier als
schriftelyke last ende ordre
hebbende van
Een oude Leere onderbroek,
Een oude roo mus,
Ses doeckjens,
Een paar stocken,
Een swarte hoet
Twee paar messen met koockers,
Een doos met pleijsterwerck-beeltenis
Een sack met Yrias-wortell,
Een barbiers kist met verscheijde barbiers gereetschapen ende
Instrumenten, Item potten ende glasen, met een barbiers
bosch,
Een kleijn scheepskistje, met eenige rommelingh
Een grote kist scheepskist
Den overledene mr. Jacob Gaucklaar, is schuldigh aan den
Inventarient Jan meijndertsz Dorp, eenige bodemerij ^ Logijs
ende de dootschult waar van hier na Reeckeningh sal
werden gedaan, hier aangereikt per memorie
Aldus geinventariseert ten huijse en versoeke als boven binnen
deser stede Amsterdam, den derden October ao. xviC„ eenensestigh
Ter presentie van Hans Heijnsz schipper van Hamburgh ende mr„
George Hoffman van Leijpsigh chirurgijn # ende Jochem marcusz
van Wisman als getuijgen hier overgestaan
Jan Meindertsen Dorp
Hansz Hansz
Georg hoffman
tmerck gestelt bij
Jochem marcusz
deWinter N.P.