138
139
Inventaris van alle de effecten Item meubelen
silver, en vergultwerck en kontante penningen
die Jens Thomasz inwoonderveertijds tot Elseneur
in Denemarcken op den xixen„ Augusti ao 1659
binnen deser stede Amsterdam metter dood deser
ontruijmt, heeft ende in sijn leven met sijn huijsvrouw
Christina Treuner int gemeen beseten heeft
gedaan maken bij de voorsz. Christina Treuner
aan Handen van Christianus Longmontanus ende
meerderjarige
Thomas Longmont ^ kinderen ende mede Erffgenamen
van opgemelte Jens Thomasz
sijnde de meubelen, silver en vergult werck
getaxeert bij Susanneke Anthonis ende Commerijntje
Cornelis, gesworen schatsters deser stede, tot
alsulken prijse als hier onder neffens ieder post
uijtgetrokken staat
Een bed en peuluw twintigh gul. ƒ 20„
breestreep,
Een bed met smalle streep ende een peuluw
met breestreep, dertigh gl.
ƒ 30„
Een dek beddeken met een peuluw tien gl. ƒ 10„
Vier hooftkussens met een kleijn ditto
twaalf gl.
ƒ 12„
en out bankbed, met een kussen acht gl. ƒ 8„
Een kottoene dekentje tw ses gl. ƒ 6„
Een langh leere bankkussen vijf gl. ƒ 5„
Een karpet deken, twee gl.
ƒ 2„
Een out tapijt stoelkussen, twee gl. ƒ 2„
Tien lakens soo goet als quaat achtien gl ƒ 18„
Vijff tafellakens soo goet als quaat ses gl. ƒ 6„
twee kleijne kottoene dittoos een gl. tien sts. ƒ 1„10„
ses sarviet hantdoeken tien gl.
ƒ 10
twee linne hantdoeken een gl.
ƒ 1„
P: nogh vier sarvietten, ende vier kottoene
sarvietten, drie gl. tien sts
ƒ 3„10„
drie paar linne slopen ses gl.
ƒ 141
1659
11en september
Een rooster,
Een hangijser,
Twee ijsere snuijters met een tang,
Twee tinne kannetjens,
Een tinne kommetje,
Een out koper potje,
Een glaasde lantaren
Een out bed en ses kussens,
twee dekens
Ende hier toe nogh de gerechte van helfte van alle de
koopmanschappen, van messen, hechte, kammen ende
aankleven
met welke voorsz. schiftinge scheijdinge ende deijlinge Partijen ten
wedersijden verklaren seer wel te vreden te sijn ende te hebben
genoegen. Bekennende een ieder ontfangen end na hen genomen te
sijne voorsz. toegedeelde parcelen, Voorts is onder hen
Comparanten voor als nog gemeen ende ongedeijlt gebleven
het getimmer vande winckel / en alle het gereetschap tot
de winckel behorende, mitsgaders een eike linne kasje
een
Twee eike kanneborden, een vuren eetens tresoor
slaapbank, Twee ijsere potten, Een ijsere kettingh heugel
Vier aarde kannen met tinne litten Ende verklaren sij
Comparanten datter egene schulden of lasten van den
Boel en sijn als alleen 'thalf Jaar huur van de kelder
daarinne den overledene is gestorven bedragende vijftigh
gul. tew welck half Jaar op maijavond ao xviC„ negen
ende alsdan
en vijftigh sal komen te betalen vervallen, 'twelck ^ halff
moeten
Ende half sal betaalt ^ werden. Ondert verbant elck
respective als na rechte sonder arg ofte list In
en
Amstelredamme desen xviij november ao„
xviC achtenvijftigh. Ter presentie van d'eersame franck
Cornelisz, ende Jan Evertsz lochter, als getuijgen
hier overgestaan
Roelof Cornelis
Daniel verbrugge
Albert Cornelis timmerman
franck Cornelesz
Jan Evertsz Lochter
J: de Winter N.P.