52
53
Een broeij kuijpje
Op huijden den xvj maij Een broeij vierendeel
ao xvjc. Liiij Compareerde etc. Een was schamel
bier wagentje
Een
Heijltje Leijdeckers meerder
nagelaten
Twee water emmers met
jarige dochter ende eenige
ab intestato
Erffgenaam ^ vande voorn.
ijsere hoepen
willem Claasz leijdekker
andermaal voor mij
Een urinaal
notario comparerende
verklaarde deese voor
Aldus geinventariseert ende gespecificeert int
die
staande Inventaris
notaris ^ had opgegeven sterfhuijs vande voorss Willem Claasz Leijdekker
ten overstaan van haar Gestaan als voren Bij mij Jacob de Winter openbaar
Desen
gemaakt was/oprechte, Notaris binnen Amstelre. residerede
deughdeliken Inventaris sevenden Maij ao xvjc drijenvijftigh. Ter presentie
sijn van allen den goed. van Johannes Vis ende Cornelis kick als getuijgen
ende gerechticheden die haar
voorn. zale. vader metter hier overgestaen
Johannes Vis
dood deser werelt ontruijmt ende nagelaten
Cornelis kick
sonder iets verswegen, versteken, off ter quader trouwe
aangegeven te hebben, Presenterende tselve (des noot ende versocht
Testor
sijnde) bij eede te bevestigen, Ende in gevalle noch al iets bevonden
wierde tot dese Boele te behoren soo beloofde sij compte. soo haast haar
des bewust wert aan te sullen brengen ende desen Inventaris daar mede te
J:dWinterN.P.
amplieren, Verklarende wijders sij Compte. om redenen haar daartoe moverende
gesint te sijn haar als Erffgenaam van haar voorss zale. vader te dragen
aan ^ desselfs voorn nalatenschap te renoncieren ende decideeren gelijck sij daar
Inventaris ende specificatie van allen den
van / ende van alle den gevolge ende aankleven
vandien is renoncierende ende desiderende
goederen soo ende sulcx d' selve bij sander Jansz
mits desen, latende d' selve ten voordeele ende
profijte van die geene die daartoe bevonden sullen werden kleermaker weduwenaar van Wijlen
Luijtje Claas metter dood' deser werelt
machticht te sijn, versoeckende aan mij Notario hier
van acte om te strecken na behoren, sonder argh ofte
ontruijmt ende nagelaten sijn
In amstelre. Ter presentie van Hendrik
harmansz ende Claas neus Inwoonders deser
stede, als getuijgen hier overgestaan
heyltye leydeckers
Hend: Harmansz
Op te solder
Claes neus
Testor
Twee bedden oudt
J:deWinterN.P.
Nogh een kleijn bedtje met linnen overtrocken
Twee peuluws
Drij kleijne hooftkussens
Nogh drij hooftkussens wat groter
Een linne peuluwtje
Twee oude witte wolle dekens
Een groene deken
Een oude bonte deken
Een ton oude ton met eenige silvere
smits kolen, oude lappen en prullen
Drij brandtsacken
Vier
Een witte baije hembtrock
Porceleijn
Een paar bloempotjes met tuijtjes
Twee achtkantte flesjes met chineesen
Twaalff vlakke boterschotels daar onder
een beschadicht
Noch twaalf holle boterschoteltjes
Drij kameels koppen
Twee kommen
Een lampet schotel
Ses acht kantte kopjes daar onder een
beschadicht
Seven klapmutsjes
noch ses klapmutsjes wat kleijnder
daar onder een gebroken
Tien kopjes daar onder twee beschadicht
Tien hoge kopjes
Negen drijlingen
Een beschadighde boterschotel
ses plattelen met chineesen daar onder
een beschadicht
Vier dubbelde boterschotels
Een beschadicht kopje
Drij halve lampetten
vier rotterdammer aarde schotels
Twee rotterdamse kommen
Drij albasterde bortjes
Een spiegel met een vergulde lyst
Noch Een kleijn spiegeltje met een
swart lijstje
Twee vergulde hout bolletjes
Int voorhuijs
Een half pijck met een musquet en een verquetstock
Een eike kas met ebbenhout
ingeleijt
Int sylcamertje
Een eike komptoir taeffel met
een geverffde dexel met
een vuren uijthaal en eike pilaar
In de kelder
Een broeij-vat
vier was tobbens soo groot als kleijn