2408 (split per page)

- Annotations   ·   No Other Contributors   ·   CC0 1.0

42. 43, Obligatie, Een obligatie van vijffhondert caroli gul. kapitaal, houdende ten laste van Harman Barentsz scheepstimmerman opde Ravens werff, loopt op interest tegens vier gelijke guldens ten hondert int Jaar, gedateert vande xviiien„ maij xviC„ sestigh ƒ 500: Gereet geld Vier silvere Rijcxdaalders ƒ 10: Een silvere dukaton „ 3:3: „2„10: Nogh Een silvere Rijcxdaalder sessentwintigh enkelde schellingen „7„16: Schulden die desen boele uijtstaande heeft Johannes faber is schuldigh aan desen boele over een vierendeel Jaars huijs huijr sevenentwintigh gl. tien stver. ƒ 27„10 Item Giertje gillis weduwe van Jan Jansz feck over een vierendeel Jaars ƒ 5„10„ kamer huur vijf gul. tien stver. D'selve Giertje gillis over verschote ƒ 6: penningen ses gul. Item Harman Barentsz over een Jaar Interessen vande voorstaande obligatie ƒ 20„ van 500 gl. Schulden daarmede desen boele is beswaart Den boedel is schuldigh aan destad over twee Jaren verschenen achtste penningh vant voorsz. huijs in batavierstraat vierentwintigh gul. vijff st. ƒ 24:5: Staat nogh iets aande Doctor ende apothekar te betalen, mitsgaders de vordere en andere kleijnicheden dootschulden ^ waar van hier na rekeningh sal werden gedaan hier aangeroert per Memorie Twee Rotterdamse doofpotjes Twee ditto flessen Een ditto schaal en kop, Een straatse kan Een ditto schaaltje ende twee kannetjens, Silverwerck en Ringen Een silvere wapenschaal wegende twintigh loot Een sleutelreecx, met een riem, ende twee kettingen wegende tsamen tweenvijftigh loot Drie lepels met een oorijser, ende een bs beslagh van een schee, wegende tsamen twaalff loot, twee silvere knopen, Een goude dubbelde hoep wegenden een loot goude Een ^ Enckelde geemalieerde hoep Een goude klaauwringh wesende een klapbeecq, Een bloet koraalde kettingh met een silver verguldt hartje daaraan, Een ditto kettinghje met een daar aan een silvere vergulde kettingh schellingh Huijs en erve Een huijs en erve, staande ende gelegen op Uijlenburgh inde batavierstraat binnen deser stede amsterdam, belent Barent pietersz met een gemene muijr ende gemene looden goot aande Oostsijde, ende Jacob Cornelisz aande Westsijde, streckende voor van de straat tot achter aande erven vande monckelbaens burghwal is op den xi april xviC„ drijen veertigh, door Elbert Egbertsz vlotschuijt voerder voor de heren Albert pater, ende Franck van der meer schepenen in amsterdam aan sijmon florisz scheepstimmerman opgedragen ende quijtgescholden Vrij huijs vrij erve