„ 28„
29
Inventaris van de navolgende scheeps
kist, plunderagie / en rekeningen toebehorende
ende aangaande Jacob Becker van Hamborgh,
gewesene Provisioneel vaandrigh in Oost
Indien, ende van daar nu Jongst met 't schip de
vogelsangh herrewaarts over gekomen / soo ende
(vermits sijn innocentheij
sulcx d'selve op de thuijs reijse ^ in bewaringe
sijn geweest onder mr. Hendrik Trooster
chirurgijn, ende nu met desselfs overkomst
in presentie van ons ondergesr. notaris
ende getuijgen / aande voorsr. Jacob Becker
werden overbehandicht, sonder dat d'selve
goederen bij hem Hendrik Trooster (soo hij
verklaart:) int minste sijn vermindert of
beschadicht,
Ende sijn de goederen soo volcht
Een oude scheepskist,
Een blaauwe lakense innocent,
Een out groen lakens pak met silvere knopen,
Een lakense met een leere draaghbanden van degers,
Een paar geele sijde kousebanden /
Een degen
Twee oude k
Drie oude kottoene hembden,
Twee oude kottoene onderbroeken,
Vier paar kottoene kousen,
Een paar oude muijlen,
seven kottoene beffen, ende twee oude doeken,
Een oude spaense historie ende vier oude
kleijne boeckjens,
Een rekening gesloten int schip de Provintie
gesloten den 18 Junij 1655, staande op den
naam van Jacob Becker van hamburgh,
waar op per saldo te goede is
ƒ 22„12„-
Een reeckening gesloten int Casteel Batavia
dato 18 Julij 1655 staande op den naam
als boven waar op per saldo te quaat is
ƒ 29„18„4
Casteel
Een reeckening gesloten int Batavia
dato den 15 Januarij 1660 staande op den
naam als boven waar op per saldo te goet is ƒ 87-
Aldus geinventariseert In Amsterdamme ten huijse van
gt
Op Huijden den xxxen april ao. xviC. sestigh hebbe ik
Jacob de Winter binnen amstelredamme residerende openba
Notaris, ten versoeke ende neffens michiel kortdijck wijnkoper
alhier, als mede Curateur vanden boedel van zalr. Fijtje Jans
weduwe van Jan Dircxsz lakenman mij mette naargenoemde
getuijgen getransponteert inde kelder van Hendrik Lakeman een
soone vande voorn. Fijtje Jans gestaan inde nieuwebantammer
straat binnen deser Stede. Alwaar de voorsz. Hendrick Lak
man aande voorsr. Michiel kortdijck overbehandichde seker
Oostersche kist ende een eiken hangent kasje onder anderen mede bij
sijn voorn. moeder Fijtje Jans nagelaten, ende is daarinne
bevonden 'tgene volcht
Een Oostersche kist daarinne
Een graauw lakens bootsgesels kleet
muscuskoleur met knoopjens op de sij,
Een out swartlakens bootsgesels kleet,
noch een muscus koleurt lakens boots
gesels kleet
Een swart sijtsbootsgesels netje met een
koleurde riem met koper beslagh
Een eike hangent kasje daarinne
Vijff sarvietten
Twee houte backjens,
Een schildpad schaaltje,
Een Aarde kannetje met een silverlitt,
Een silver soutvat,
silver
Een ^ ijsbekertje
Een ditto bekertje wat kleijnder
seven silvere lepels,
Een silver oorijser,
Een ledigh uijthaaltje,
Een dubbelde goude hoepringh.
Aldus gedaan ende gepasseert binnen Amstelredamm Ter
presentie van Abraham Kuijlman, ende Benjamin van Santen
als getuijgen hier overgestaan
Am. Kuijlman
B van Santen
J. de Winter N.P.