52
53.
Elff hoge kopjens,
Vier kelckjens.
Ses klapmutsjens,
Twee schalen.
Een grote klapmuts,
Een grote schaal beschadicht
Twee langbeende boterschotels beijde beschadicht
Een achtkante kopje,
Drie kopjens,
Een gebroke vles,
schilderijen
Een slechte landschap met een vergulde lijst
Twee Een schilderij slechte schilderijen fruijtagie
Drie albasterde bortjens met swarte lijstjens,
Een vierkante spiegel met een ebbe lijst,
Een grote glase lantaarn met een kopere blaker,
Een half kasje met ebbenhout ingeleijt,
Een eijke kannebort
Een oude eijke slaapbanck, met een eijke schabel,
Een geschildert tresoortje,
Een achtkant geverwt tafeltje,
Vier swarte gedraijde stoelen,
Een eijke parsje
Een sluijtmant
ses slechte stoelen,
groene lakense
ses slechte stoel-kussens,
Een kopere asch ketel
Twee kleijne kopere keteltjens,
Een kopere backacker met een wateremmer
Een ijsere heugel, tangh, asschop en haartijser
Vier voetstoven
Een kopere boeckende koecxpan
Een kopere kandelaar, ende een kopere schuijm spaen
Een ditto blaker, Een kopere vijseltje
Een tinne becken met een ditto spuw potje, kannetje, ende boterpott
Een strijckijser,
aarde kannen
Een burgers-cedul van
Eenige aarde schotels ^ ende ander rommelingh,
Andries Roelofsz van
Deventer Cleermaker
De klederen ende dagelijx lijwaat behoort hebbende
van date den xxviii maert
1620. ondertekent bij
ten lijve vande voorn. annetje barts heeft sij aan
JD wildt secretaris,
eenige van haar goede vrunden en bekenden wegh
gemaackt hier aangeroert per memorie
Huijs en erve
nota de quijtscheldingh van
Een huijs en erve staande in St„ Anna dwarstraat
desen huijse staande opden
Roelofsz
opde hoeck vande dollebagijnesteegh
waarinne den overledene is
naam van Andries Cornelisz
gesturven
Cleermaker van date den xiii
sijnde vrij ende onbelast
Junij 1630 is op't passeren deses
Een testament bij de voorn. Annetje barts weduwe van Andries
aande Executeurs overbe
Roelofsz kleermaker op den derden martij ao„ xvi„C sestigh voor mij
handicht
ondergesz. nots. ende sekere getuijgen gepasseert
Twee slopen nieuw,
Negen oude sarvietten,
Nogh drie nieuwe sarvietten,
Vier nieuwe sarviet drogeldoeken,
Een mans hembt
Twee slopen
Vier nieuwe witte schorteldoeken,
Een lap linnen van eenendartigh ende een halff
ellen
linnen
Nogh een lap ^ van achtien ellen,
Nogh een lapje van 1½ ellen linnen.
seven pond' rieuw garen
Een sackje met eenigh prul-linnen,
Twaalff sack neusdoecken nieuw,
drie pond vlas,
silverwerck
Een grote silvere beker gemerckt A.AR.R.
nota: Annetje barts Zale„ heeft dese beker aan
haar soon Bart andriesz appeldoorn gemaackt
ende besproken,
Een silvere beker gemerckt als boven, dese is door
de voorn. Anetje barts Zale„ aan haar soon Roeland'
Andriesz appeldoorn gemaackt,
Een silver oorijser,
Vijff silvere lepels,
Twee silvere vrouwemesjens,
Een silvere hair naalt,
Een silvere haack met twee ditto kettingkjes,
Een silvert kroesje, met een silvert kettingkje ende een ditto sleuteltje,
Een goude roosringh met seven steentjens,
Twee goude Jacobussen,
Twee goude rosenobels,
Een goude ducaat
Een stuckje onbekent gout waardigh omtrent
een fransekroon,
Drie silvere dukatons,
Drie oude silvere rijcxdaalders,
Een bloet koraalt kettinckje, Een silvere merckringh
daar aan een vergult pennincxken
Porceleijn
Vier halve lampetten,
Twaalf drijlingen,
ses dubbelde boterschotels.
Vier grote koppen.
Twee Pappegaijskoppen