62
Schulden daarmede desen Boele
beswaart is
Den Boel is schuldigh aan Rebecca
ƒ 8
frans voornt. acht gul.
Item aan Matthijs Pietersz voornt.
„19„3„
negentien gul. drij stuij.
^ haringhkoper
Item aan Willem Jansz midlinn voor
twee tonnen haringh negentien
gul.
Item aan Marten kantert haringh
koper voor een ton haringh viertien
gul.
14„
Item aan Matthijs Pietersz mr
metselaar haar schoonsoon over
arrebeijtsloon negentien gul.
drij stuijv.
19„3:
#
Item aan deselve Matthijs Pietersz
Op den derden Junij ao xvic
over geleende penningen tot de
vijffenvijftigh sijn bij de
gemeene Erffgenamen van Lijsebet dootschult verstreckt een hondert
Jans dese nevenstaande 350 gul. ende sestien gul.
ten behoeve van Nelletje Jacobs
ƒ 116„
ter weeskamer af
# Item aan Nelletje Jacobs over geleende
geleijt die d'selve
wederom hebben uijtgeset
penn. vier ho drijhondert en vijftigh gulden ƒ 350
onder Jan Cornelisz
Item aan Pieter Olij op de binnen Amstel drij
lae 282
„350„
hondert vijftigh gulden
A # Item aan Judith Jans inde geelvincksteegh drijhond. „300„
genwoordigh
je
#
Item aan Dirk Jansz in Oost Indien hondert xxv g. „125„
#
aan Jan marten
compareerde etc. Matthijs Pietersz mr metse
Isaak soone van
Jannetje martens
laar vader ende vooght van Pieter ende Frans thijsz
tweehondert
Item Lijsbet frans, ende Rebecca Frans geassisteert
gul.
ƒ 200
met haar vooren respective mans, verklarende
Item aan Matthijs Pietersz
mr metselaar voornt over de voorstaande Inventaris. Oprechte ende deughdelijcken
arrebeijtsloon negentien
Inventaris te sijn, van allen den goederen roerende
gul. drij stuij. ƒ 19:3:
Item aan de selve Matthijs
Onroerende actien, crediten, ende gerechticheden, die haar
Pietersz over geleende
penningen tot de dootschult
voorn zalr. Be moeder ende Bestemoeder Lijsbet
verstreckt een hondert
Jans ^ eenichsints metter dood deser werelt ont
sestien gul.
ƒ 116
ruijmt ende nagelaten sijn, sonder iets vergeten, versteken
nota
# op den 24en Maij ao 1655
off ter quader trouwe achter gehouden te hebben
is dese obligatie door de
presenterende tselve des noot zijnde, bij eede te
generale Erffgen. van Lijsbet
Jans mette verschenen Intereste
bevestigen. Ende ingevall noch al iets bevonden
aan Judith fredericx wede
wierde tot deeser Boele te behoren, Soo beloven sij
van Jan Fredericx schil
der voldaan ende betaalt
Compten. Soo haast haar des bewust wiert aan te
volgens quitantie ten selven
dag voorden Nots. Badel gepasseert
63
sullen brengen ende deese Inventaris daar mede
te amplieren # Aldus gedaan inde Sterfhuijse
vande voorsz. Lijsbet Jans gestaen inde Vijselstraat
binnen deser stede Amstelre. desen xiiien October
ao. xvjc. vier en vijftigh, Ter presentie van
Jacob Hadorp, ende Gerrit manricque
als getuijgen hier over gestaen.
Merck gestelt bij
J. Hadorp
Matthijs Pieters G. Manricque
J.de. Winter N.P.
lijsebet frans
Lourens Zegersz
rebecka Jansen
Merck gestelt bij
Jan Cornelisz
Inventaris ende specificatie van allen den
goederen nagelaten bij zalr Jannetje Hendricx
Gerrit Willemsz
sulcx sij die met haar man
schuijtevoerder inde gem Jonckerstraat int
gemeen beseten ende metter dood deser werelt
ontruijmt ende nagelaten heeft.
sijnde de meubele goederen getaxeert door
Lijsebet Martens ende Susannecken Anthonis
gesworen Taxeersters deser stede tot
sodanige prijse als hier onder neffens
ieder post uijtgetrokken staat
ƒ 6„-
Een out bet en peuluw ses gulden,
Noch een out bet en peuluw acht gul.
8„
Vijff onderhooftkussens en drij oude
„
3„
slopen drij gul.
Drij oude dekens ende twee oude linnen lakens
5„
vijff gul.
versoeckende
voorts aan mij Nots.
hier van gelevert te
werden acte om te
strecken na behoren