106
107
dertien linne slopen tien gul. ƒ 10„
twee vrouwe kottoene borst
rocken, twee hantdoeken ende
eenigh out linnen, twee gul. „2„
tween linne schorteldoek ende
een nachthalsdoeck een gul. „1„
Twee tafellakens ende twee
sarvietten vijf gul. tien stver.
„5„10
Eenige neusdoeken ende dasjens
een gul. tien stver.
„1„10„
Een eike kas met drie bonnen tien gul. „10„
daarinne
drie doeken huijven ende een bandeken
ende twee neusdoeken vier gul. „4„
Een neerstucken met eenigh kleijn
out linnengoet een gul.
„
1„
ses manshembden vijftien gul. „15„
noch elf manshembden out ses gul. „6„
Twee kottoene borstrocken vier gul. „4„
Een sarviett met wat out linnen
twee gul.
„2„
Een felpe kaper ses gul.
„ 6„
Een swarte rassche schort acht gul. „ 8„
Een koleurt grof greijnemanteltje
negen gul.
„9„
Een groffgreijn bontjack
met een paar mouwen xii gul. „
12„
Een swart sijt groffgreijn manteltje
met een borstje, twintigh gul. „ 20„
Een paersse fusette rock met
root baij gevoert vijftien gul. „ 15„
Een blaauwe lakense rock
achtien gul.
18„
„
Een sijt florette rock met root saij
gevoert tweeëntwintig gul. „ 22„
Item
Een musquet met een forquet ^ een draagh
bant een bandelier, een degen ende
bosch kruijt
een half pijck met eenige ^ maten
ƒ 10„
tien gul.
Een eike achtkant tafeltje met een
vurenhoute dexel tien gul. „10
Een cipressekistje met een tresoortje
en twee doossen drie gul. „ 3
Een oude bijbel met twee testamenten
ende een huijspostil ses gul. „6„
Een out karpetglas gordijn een
„1-5
gul. vijf stver.
Een bedpan kopere bedtpan drie gul.
„3„10
tien stver.
Een kopere kandelaar, een kleijn
spiegeltje, een raexje met een
schuijer een gul. vijftien stver.
„1„15„
ditto
Een tinne schoteltje een ^ kommetje
met een lepel ende eenige rommeling
„1„
een gul.
Een vurenhoute tafel met twee
bancken met ^ een baal mant
ƒ 2„10
twee gul. tien stver.
Een preekstoel twee gl. „2„
Vijf oude stoelen, twee ijsere tangen,
een asschop rooster, ende ijsere
kettingh heugel ende eenig
„3„
rommelingh drie gul.
in Een baalmant daarinne
seven heele ende een halve linne
lakens sestien gul.
„16„
Acht vrouwenhembden vijftien gul.
„15„
Dertien manshembden soo goet als
quaat viertien gul.
„ 14„
een kottoene ende grove linne mans
broeken een gul tien stver.
„1„10„