26
27
Twee tapijte valletjens
Een slechte eijcke kist daerinne
Elff pont gesponnen raeuw garen,
Een Oostindisch tafelkleet
Eenigh out lijwaet,
Drie tafellakens,
Vier sloopen.
Vier schorteldoecken,
Een lange hantdoeck
Op de Solder,
Een teeckeningh mette pen gedaen door
vande velde met een ebbe lijst
Een kontrefeijtsel van Dirck
Brughman Zale„
Een kontrefeijtsel van een slapende vrouw,
Een kontrefeijtsel van vier musicanten
Een teijckeningh mette pen gedaen van
van Backhuijsen,
Een spiegel met een ebbelijst
Een eijcke parsje,
Een rasse schort
Een roo vrouwe onderbroeck
Een roo vrouwe borstrock
Een koleurt haerlems satijne Jack,
Een out heresaij Jack met Bont,
Een out Rijghlijff
Een eijcke slaepbanck
Twee linne slaeplakens
Tien sarvietten,
Nogh een sarviett
Een Clavecimbel met een houte voet
Huijsen en Erven.
De helft van een huijs en erve staende ende gelegen
opde nieuwendijck binnen deser stede Amsterdam
daer Broeck in Waterlant uijthanght wert bewoont
bij Jan van Wiert
Een kopere Schuijmspaen,
Twee kopere kandelaers,
Een ditto grote kandelaer met
twee pijpen,
Een ijsere drooplepel,
Op de bovenkamer,
Een ovael Kontrefeijtsel vanden overledene,
schilderij
Een hospitael ^ gedaen door van wijck
Twee kleijne ovaeltjens gedaen door
Arent Arentsz kabel
Een Zeestuckje van van Backhuijsen
mette pen gedaen,
Een geboetseert hooft van pleijsterwerck
op een Toesteene voet
Een genaijde bloempot, met een ebben lijst
Twee bortjens met scheepjens
voor de Schoorsteen
Drie porceleijne drijlingen,
Twee ditto fruijtschalen,
Twee ditto halve Lampetten,
Vier ditto kopjens,
Twee ditto kelckjens,
Drie ditto poppeflesjens,
Voor de bedstee
Vijff porceleijne drijlingen
Een
Opt half kasje,
Vi
er
Vier porceleijne kommen,
Een groen saij schutt
Een bed' een peuluw, en Twee hooftkussens,
Twee witte en een roo deeckens,
Een boute
Een wiegh met blaeuw bekleet met een
kussentje