26
27
Twee kopere aijerpannetjes
Een tinne stoofpan
Vijff romers ende drij bierglasen
Eenige flesjes,
Inde kelderkoocken,
Twee bedden met een peuluw
smal streep,
Twee grote hooftkussens,
Twee oude bedt jacken
Twee Een kottoene Oost Indische deken
Een witte spaanse deeken,
Twee linne lakens,
Een peuluw laken
Een roo lakense sprie
Twee roo saije gordijnen
Een roo lakense valletje
Een roo lakens schoorsteen kleetje
Een root sijde gordijntje voort glaasje
inde beststee
Een letterhoutte bedtstok
Een bedt schorteldoek met een
kottoen bedthembtje
Vier geele met een groene mat
stoelen
Een eike slaapbank
Een dantsigher kistje,
Een kottoen kleetje op te bank
Een eikekapstock
Twee kleijne bortjes van scheepjes,
met swartelijstjes
Een kleijn lantschapje met swarte
lijstjes
Een schilderijtje van een wijn romertje
met een ebbenlijstje,
Een oude spiegel
Een acht kant geverft taaffeltje
ses roo stoel kussens,
Een kaart van pruijssen met een
eikelijst
Een eike kruijtdoos,
Een eike school bort
Twee slechte lantschapbortjes
Twee kommen
Drij kabas flesjes
vijff koppen
Een graauwe fles
Noch een grote fles,
Nogh Twee drijlingen,
Drij boterschotels
Een klapmutsje
Vier speldewercx kopjes
vier pimpeltjes
Noch drij kleijne kopjes
Een eiken kevie daarinne
laken
huijcken
Een lakens borstje
Een heeresaij schorteldoeck
Een effen borat bontmanteltje
Een keper borat bontmanteltje
Een roo lakense rok, met een ro baij rockje
Een kinder dekentje
Een witte strijk plank
Inde bierkelder
Ses tobbens met een broeijvat
Een hoorn lantaren,
Twee was schamels,
Een drijstal met een ront
Een
taffeltje,
Twee sweesche aarde potten
Een asijn vaatje
Twee treeften
Twee bier vierendeels
Vierpont vlas,
Een grote roo aarde kom met
een aarde schotel
Een roo ende twee geele kopere
was ketels
Een aijermantje
Een ijsere pott,
aarde
Drij witte ^ schalen
Drij porceleijne schotels,
Een porceleijne kom
Een tinne sout vat
Een koper vijsseltje met een stamper,
Een blike stop horentje