2408 (split per page)

- Annotations   ·   No Other Contributors   ·   CC0 1.0

schulden daer mede deesen Boele is beswaert Den Boel is schuldich aen Trijntje Elberts dochter van den overledene over seecker quetsuur aen haer oogh volgens den inhout van des overledens Testament op den tweden Maert 1636 voor den Notaris Jacob van ƒ 30 swieten ende sekere getuijgen gemaeckt Doodtschuldt van de dertich gul. overledene ƒ 10 Item aen Annetje De doodtkist tien gul. ƒ 10 hendricx overt schatten van desen De doodtschuldt ende uijtvaert vanden Boel twee gul. overledene heeft int geheel gekost Aen mij Notario voor Drijentachtich gul. achtien stuijv. ƒ 83:18-8 minuteeren en grosseren van desen Inventaris acht penningen 58 stuijv. Compareerden voor mij Jacob de Winter binnen Amstelredamme residerende Openbaer Nots. bijden hove van Hollandt geadmitteert; ende den getuijgen naergenoemt / Annetje Elberts ende Trijntje Elberts huijsvrouw van Pieter Pietersz varentman, / ende Trijntje Elberts meerderjarige dochter kinderen ende mede Erffgenamen ^ vande voorn. lijsbet frericx zal., woonachtich Verklarende d' voorstaende Inventaris ende specificatie binnen deser stede oprechte ende deuchdelicken Inventaris te sijn van allen den goederen bijde voorn. hare zal. moeder lijsbet frerix metter doodt deser werelt ontruijmt ende nagelaten / sonder iets vergeten, versteken, off verswegen te hebben / presenterende tselve des noot ende rechtelick versocht sijnde bij eede te stercken, Ende in gevalle noch al iets vergeten soude mogen sijn des sij niet en weten soo tselve beloven sij Comparanten ^ soo haest haer des bewust wert aen te sullen brengen ende desen Inventaris daer mede te amplieeren, versoekende hier van acte om te strecken na behoeven, Aldus gedaen sonder arch ofte list In Amstelredamme desen vierden september @o.1651 Ter presentie van Wouter muller ende Jacob Pietersz als getuijgen hier overgestaen gestelt bij Tmerck + Annetje Elbertsen Trijntje + Elbertsen Testor J.De.Winter N.P. Inventaris ende Specificatie van allen den goederen van zal. Adriaen Willemsz lapper van santvoort ^ timmerman lest weduwenaer van wijlen Maritje floren van Haerlem, soo ende sulcx hij die metter doodt deser werelt ontruijmt, nagelaten, ende in desselfs sterfhuijs bevonden sijn, gestaen Beschreven door mij Jacob de Winter openbaer Notaris binnen Amstelredamme Ten versoecke vande E. Marten kanter haringhkoper alhier, voochdt van Willem ende Elsje Ariaens kinderen ende Erffgen. van de voorn. Adriaen Willemsz in voorgaende huwelick geprocreërt bij Maritje Engelbrechts zal. Int benedenhuijs Een bedt met een peuluw met smalle streep Noch een bedt met een peuluw met breede streep Ses oorkussens met haer sloopen, noch een kleijn oorkussentje met een sloop, noch drij kleijne oude oorkussens, Twee witte dekens, Twee Een groene dekens, Een groene spree, Eeen groen kinder dekentje, sijnde de Twee oude dekens ^ eene gevoert, Twee linne laeckens, Een eijckenhoute kevie daerinne sevenendertich neus doecken daer onder seven met kantt viertien sarvietten soo goet als quaet, Drij taeffellaeckens, seventwintich sloopen, Elff vrouwen hembden, Negentien manshemden, sestien slaeplaeckens met een peuluw laecken, Twee nacht hals doecken, Twee linne schorteldoecken, Twee oude doecken. Ses Vijff oude huijven, Vijff vrouwenkragen daer onder een gesett, Drij Vier vrouwen gesteecken mutsen oudt, ses gedruckte oude mans mutsen, en twee ongemaeckte gedruckte mutsen, Drij neerstucken satijn. Een doecken huijff Een swart lakens pack met een ^ biesje met een Riem met silver beslagh, 27 ses gt