schulden daer mede deesen Boele is beswaert
Den Boel is schuldich aen Trijntje Elberts dochter van den overledene over
seecker quetsuur aen haer oogh volgens den inhout van des overledens
Testament op den tweden Maert 1636 voor den Notaris Jacob van
ƒ 30
swieten ende sekere getuijgen gemaeckt
Doodtschuldt van de
dertich gul.
overledene
ƒ 10
Item aen Annetje
De doodtkist tien gul. ƒ 10
hendricx overt
schatten van desen De doodtschuldt ende uijtvaert vanden
Boel twee gul.
overledene heeft int geheel gekost
Aen mij Notario voor Drijentachtich gul. achtien stuijv.
ƒ 83:18-8
minuteeren en grosseren
van desen Inventaris acht penningen
58 stuijv.
Compareerden voor mij Jacob de Winter binnen
Amstelredamme residerende Openbaer Nots. bijden
hove van Hollandt geadmitteert; ende den getuijgen
naergenoemt / Annetje Elberts ende Trijntje Elberts
huijsvrouw van Pieter Pietersz varentman, / ende
Trijntje Elberts meerderjarige dochter kinderen ende
mede Erffgenamen ^ vande voorn. lijsbet frericx zal.,
woonachtich
Verklarende d' voorstaende Inventaris ende specificatie
binnen deser stede
oprechte ende deuchdelicken Inventaris te sijn van allen den
goederen bijde voorn. hare zal. moeder lijsbet
frerix metter doodt deser werelt ontruijmt ende nagelaten /
sonder iets vergeten, versteken, off verswegen te hebben /
presenterende tselve des noot ende rechtelick versocht
sijnde bij eede te stercken, Ende in gevalle noch al
iets vergeten soude mogen sijn des sij niet en weten soo
tselve
beloven sij Comparanten ^ soo haest haer des bewust
wert aen te sullen brengen ende desen Inventaris daer mede te
amplieeren, versoekende hier van acte om te strecken na
behoeven, Aldus gedaen sonder arch ofte list In
Amstelredamme desen vierden september @o.1651
Ter presentie van Wouter muller ende Jacob Pietersz
als getuijgen hier overgestaen
gestelt bij
Tmerck +
Annetje Elbertsen
Trijntje + Elbertsen
Testor
J.De.Winter N.P.
Inventaris ende Specificatie van allen den
goederen van zal. Adriaen Willemsz lapper van
santvoort ^ timmerman lest weduwenaer van wijlen
Maritje floren van Haerlem, soo ende sulcx hij die
metter doodt deser werelt ontruijmt, nagelaten,
ende in desselfs sterfhuijs bevonden sijn, gestaen
Beschreven door mij Jacob de Winter openbaer
Notaris binnen Amstelredamme Ten versoecke vande
E. Marten kanter haringhkoper alhier, voochdt
van Willem ende Elsje Ariaens kinderen ende Erffgen.
van de voorn. Adriaen Willemsz in voorgaende
huwelick geprocreërt bij Maritje Engelbrechts zal.
Int benedenhuijs
Een bedt met een peuluw met
smalle streep
Noch een bedt met een peuluw met breede streep
Ses oorkussens met haer sloopen,
noch een kleijn oorkussentje met een sloop,
noch drij kleijne oude oorkussens,
Twee witte dekens,
Twee
Een groene dekens,
Een groene spree,
Eeen groen kinder dekentje,
sijnde de
Twee oude dekens ^ eene gevoert,
Twee linne laeckens,
Een eijckenhoute kevie daerinne
sevenendertich neus doecken daer onder seven met kantt
viertien sarvietten soo goet als quaet,
Drij taeffellaeckens,
seventwintich sloopen,
Elff vrouwen hembden,
Negentien manshemden,
sestien slaeplaeckens met een peuluw laecken,
Twee nacht hals doecken,
Twee linne schorteldoecken,
Twee oude doecken.
Ses Vijff oude huijven,
Vijff vrouwenkragen daer onder een gesett,
Drij Vier vrouwen gesteecken mutsen oudt,
ses gedruckte oude mans mutsen, en twee ongemaeckte
gedruckte mutsen,
Drij neerstucken
satijn.
Een doecken huijff
Een swart lakens pack met een ^ biesje met een
Riem met silver beslagh,
27
ses
gt