126.
127.
Drie aarde kannen met tinne litten,
Een brant ijser,
Een ijsere met een kopere snuijters,
Een blicke brantpan,
Een ijsere lepel,
E opde plaats,
Een kopere backaker,
Een ijsere treeft,
Een blicke salaat emmertje,
Een visbortje, eenige pandepotten
luijwagen ende onder rommelingh
Een ladder,
opt kamertje boven de koocken,
Een gestreept, kleetje voorde betste,
Een eijke tafel,
Een blaauw geverfde banck
Een stoel,
Drie schilderijtjens,
Tien printten met rollen,
Een blaauw schoorsteenkleet
Een eijke kapstockje,
Opt soldertje,
Een braadspit,
Een spinnewiel,
Een lessenaar,
Eenige vaatjens en ander rommelingh
Op te Grote kamer,
Een bed ende peluw,
Een groene ende een witte dekens,
Een groene sijde be spree, ende Twee dittoo valletjens,
ende twee ditto gordijnen,
Een eijke trecktafel, met een ditto dexell, ende een
blaauw lakens tafelkleet
Ses mans met een vrouwe spaansche stoelen,
Een blaauwe geverfde banck
Een kapstockje
Een kist van suijckerkistenhout, daarinne
twee swarte hoeden,
viertien tinne tafelborden,
Twee tinne mingels wijnkannen,
Twee tinne pintjes wijnkannen,
Een half pintje, Een mutsje ende een half mutsjens kannetjens,
Thien aarde kannen soo pintjens, als mingels kannen een
daar af sonder litt ende een partij bier glasen ende
romers,
aarde
Drie witte ^ schalen ende twee ditto schotels
Een klopbort met een cijfferleij,
Een tell-bort ende een balij mantt,
Een kopere taertpan met een dexel
Drie kopere ketels soo kleijn als groot
Een blaasbalck
Een kopere doofpot met een dexel,
Twee ijsere roosters, ende een ditto boeckende koexpan
Een ditto hanghijser, ende een hackmes, twee tangen ende een asch schop
ses tabacx tinne tabacx sausieren,
Drie kopere kandelaars,
Een ditto hantblaker,
Een teene mantje met eenige oude prullen,
Inde koocken,
Een bed met een peuluw,
seven vier hooftkussens,
Twee witte met een groene deeckens,
Twaalf Twintigh soo schoteltjens als aarde tafelborden,
Vier grote aarde schotels,
water
Een tinne aardepott,
Een blicke suijker trommel
Een ijsere pott
Een glase lantaren,
Een vurenslaapbanck
Een Eijcke schabel,
Een geverft tachtkant tafeltje,
Drie matte stoelen,
Een kopere vijsel,
Drie witte valletjens,
Een paar groene saije gordijnen,
Vier oude stoelkussens,
Een kaarsla ende een baliemant,
Een blaauw saij schutt,
Een kabas met een moffel